Op donderdagen en vrijdagen hebben we taalstage. Dit zijn dagen waarop we hard moeten werken om ons verstaanbaar te maken en om alles te begrijpen. Daarbij komt dat we het niet helemaal eens zijn met het benaderingsmodel, dus in de auto terug hebben we wat stoom af te blazen. We praten veel en zijn druk. En dan ineens…. Aan de kant van de weg…. staat hij… of zij… te grazen…. mooi, gracieus, megagroot….. om stil van te worden…

als we ’s avonds de hond uitlaten, rond half elf is het nog niet helemaal donker, zien we dat “onze” ganzen drie jonkies hebben gekregen. in de ochtend wordt de koekoek voor het eerst gehoord. in het bos bloeit de bosanemoon. geranium en lupine komt op.